vandaag ben ik bij de botsing gebleven
de inslaande raket en de grond, de verplaatsing van de aarde van de krater vandaan
voeten landen zachtjes in het dansen
er is een moment waarop de stem het tot je oor haalt,
van de hamer, naar het aambeeld, tot het slakkenhuis
en fluistert wat je moet horen: dat het goed is zo
in een zee van plastic stoelen is er maar één schoot nodig om op te kruipen
maar één plek om je thuis te voelen, één iemand die je welkom heet
het verhaal samen met jou wil maken
vandaag ben ik bij de botsing gebleven
ik zag iemand zichzelf aan haar staart omhooghouden
ik zag iemand zichzelf aan de arm van een ander omhooghouden
ik zag iemand een vreemdeling de route vragen
ze bleken dezelfde bestemming te hebben
vandaag ben ik bij de botsing gebleven
tussen het blauw van de maandag en het rood van het tapijt
vijfhonderd mensen in een ruimte
en de bulderende lach die boven al het geluid nog hoorbaar is
niet weten van wie die is
wel meelachen
wanneer iemand de moed verzamelt en de liefde verklaart op de heren-wc,
wanneer de ochtendroutine niet langer een taak is
maar een kunst die je kunt leren
wanneer je de waterkoker in een ander huis weet aan te zetten
een gezicht onthoudt en mee de trein in neemt
dan ben je bij de botsing gebleven
en vandaag ben ik bij de botsing gebleven
ik heb gelopen op mijn plaats, heb een steen in het water gegooid
de rimpelingen uit zien waaieren
ik heb mijn lichaam parallel gehouden aan een ander
op gitaarmuziek
vandaag ben ik bij de botsing gebleven
ik las dat dat is hoe warmte werkt:
deeltjes die met elkaar botsen
van elkaar weg en naar elkaar toe bewegen
de ruimte durven nemen
tot er iets nieuws ontstaat