Wie zijn de mensen die bij het Fonds werken? Onze medewerkers hebben naast hun werk de meest uiteenlopende bezigheden. Waarom brengt administrateur Jaap bijvoorbeeld zoveel tijd door in Amersfoort?
'Ik ben geboren en getogen in Nunspeet. Mijn vrouw Aletta werkt in het basisonderwijs, als kleuterjuf. Samen hebben we 3 kinderen. 30 jaar lang werkte ik op de financiële afdelingen van diverse bedrijven, tot ik door een samenloop van omstandigheden begin 2020 bij het Fonds kwam werken. Dit mijn eerste baan buiten het reguliere bedrijfsleven. Mede hierdoor en door de fijne collega’s doe ik dit werk met heel veel plezier.
In mijn vrije tijd tuinier ik graag en ik hou van fietsen en wandelen. Mijn vrouw en ik wandelen graag in de natuur, het allerliefst in de bergen in Oostenrijk. We gaan dan met de caravan kamperen en bezoeken ook oude dorpjes en gebouwen.
Verder zwem ik al 45 jaar met veel plezier, mijn dochter gaat ook graag mee zwemmen. In het begin deed ik aan wedstrijdzwemmen en na een paar jaar ben ik ook zwemtrainingen gaan geven in Nunspeet.
Om mijn kennis en vaardigheid te vergroten ben ik in 2009 met de opleiding tot 'zwemtrainer 3' begonnen. Dat betekent dat ik een volledige zwemafdeling mag leiden van een zwemvereniging. Om de opleiding te volgen ben ik overgestapt van ZPC Nunspeet naar ZPC Amersfoort. Daar ligt het niveau van de zwemmers en trainers een stuk hoger, op Nederlands en soms Europees niveau. Reden daarvoor was dat één van mijn zoons op hoog niveau zwemt - hij is meerdere malen Nederlands kampioen geweest en probeerde de Europese limiet te halen voordat corona roet in het eten gooide. Ik wilde wel weten waarover hij praat. Maar ik vond het ook vooral heel leuk voor mezelf om die opleiding te doen.
"Ik ben altijd 'de vader van'"
Buiten coronatijd geef ik 2 keer per week zwem- en landtrainingen aan 11- tot 17-jarigen, op vrijdag en op zaterdagmorgen. Ik lever niet allemaal Pieter van den Hoogenbandjes af, hoor; iedereen moet lekker op het eigen niveau zwemmen. De interactie met de zwemmers vind ik het leukst: je moet ze gedreven zien te maken, maar niet overmatig. Het zijn pubers, dus op vrijdag hoor je vaak: "Ik heb al de hele week school gehad." Dan geeft het mij energie als ze aan het eind zeggen: "Het was een leuke training vandaag!"
Behalve als trainer vind je mij ook als coach van de zwemmers tijdens competitiewedstrijden, Nederlandse kampioenschappen en internationale wedstrijden in binnen- en buitenland - die zijn vaak meerdaags. Ook heb ik jarenlang een paralympisch zwemmer begeleid. Hij won in 2016 een medaille op de Paralympische Spelen en gaat binnenkort naar Spelen in Tokyo. Als je aanwijzingen geeft om de techniek te verbeteren en iemand merkt dat het helpt of heeft het onthouden voor een volgende wedstrijd, dan doet dat wat met je. Soms zie je het niet meteen terug, maar pas later.
Hoewel wedstrijdzwemmen een individuele sport is, en ik ook een-op-een begeleiding geef, is het belangrijk om van die individuele zwemmers een groep te maken. Bij de jeugdkampioenschappen zaten we 4 tot 5 dagen in een huisje, dan wil je een gezellige groep hebben, ook als je geen medaille wint. Het gaat erom fijn te hebben gezwommen.
Natuurlijk kost het veel inzet en energie om meerdere keren per week naar Amersfoort te rijden om training te geven. En er komt nog meer bij kijken, zoals het opstellen van de trainingen en de bijeenkomsten en bijscholingen die ik moet volgen om “up to date” te blijven en om mijn licentie te behouden. Als ik het niet meer met plezier doe, stop ik ermee. Maar ik krijg er juist veel energie van de zwemmers voor terug! Daar heb ik de rest van de week in mijn werk ook plezier van.'