Vicky Serao begon in coronatijd als programma-adviseur bij het Fonds voor Cultuurparticipatie, vanuit huis dus. Hoe is dat? En – minstens zo belangrijk – wat heeft ze met cultuurmaken?
‘Verwondering en verbeelding. Dat zijn de twee woorden die in me opkomen als ik denk aan cultuur en wat cultuur (teweeg)brengt. Voor mij zijn film, fotografie, muziek en literatuur de belangrijkste leveranciers van die betovering. Dans was mijn eerste actieve cultuurparticipatie. Ik deed – en doe – het graag: jazzballet en tango met mijn man. Net als voetballen bij mijn Utrechtse club Faja Lobi KDS, paardrijden met mijn dochter (11 jaar) en naar de skatehal gaan met mijn zoon (8 jaar).
Nu ga ik de ukelele weer afstoffen. Het is zo'n leuk instrument! Na lessen bij de muziekschool en veel oefenen, kon ik er best een lekker eindje op weg-jammen. Door drukte verdween het muziekmaken naar de achtergrond. Wellicht kan ik deze pandemie muzikaal uitleiden. Wie haakt aan?
Het is nogal bizar om een nieuwe baan te beginnen "op afstand". Hoewel ik heus voordelen zie in thuiswerken, mis ik het echte contact met collega’s natuurlijk. De meeste mensen bij het Fonds ken ik alleen van de video-overleggen. Gelukkig was alles zo ingericht dat ik wel meteen aan de slag kon.
En het Fonds was niet nieuw voor mij, dat scheelt. In 2019 was ik als freelancer betrokken bij de subsidieregeling Urban Arts Talent. Binnenkort start de tweede ronde van deze regeling. Ik verheug me erop dan weer betrokken te zijn, dit keer met Fonds-collega’s. Op dit moment behandel ik aanvragen voor drie andere regelingen, waaronder de aanloopregeling Samen Cultuurmaken Verbreden. Het is inspirerend om de grote verscheidenheid aan projecten voorbij te zien komen, allemaal met als doel onze samenleving nét weer een beetje kleurrijker te maken.’