Wat Luuk Schokker vooral fijn vindt aan schrijven is het uitwerken van personages, ze kneden tot ze echt tot leven komen. En het is lekker om in een flow te komen. Doordeweeks heeft hij een baan, maar in het weekend werkt hij aan zijn roman in wording.
'Ik schrijf altijd al. Niet doorlopend, maar ik kan me niet herinneren dat ik, sinds ik kán schrijven, niet bezig was aan verhalen. Op de basisschool kreeg ik daar al een extra schriftje voor.
“Ik ga nooit van huis zonder pen en iets om in te schrijven – ik heb wel twintig notitieboekjes.”
Sinds ik forens, met de trein, ben ik veel meer gaan lezen. En hoe meer ik lees, hoe meer ik wil schrijven. Om mezelf te ontwikkelen ben ik gaan uitzoeken wat ik kan en hoe ik beter kan worden. Nu zit ik al een paar seizoenen bij een schrijfgroep, via een literair cursuscentrum in Rotterdam. Met acht mensen, begeleid door iemand die zelf in het vak zit, schrijven we aan eigen werk en beoordelen we ook elkaars werk. Juist dat laatste vind ik opvallend genoeg heel leuk, zeker nu ik anderen en hun manier van schrijven zo goed ken dat ik weet of ze iets bijvoorbeeld nog sterker kunnen maken. Ik ben er een betere lezer van geworden en daardoor ook een betere schrijver. Die schrijfgroep is een stok achter de deur. Omdat ik het belangrijk vind te blijven schrijven, reserveer ik er tijd voor.
Inspiratie kan overal vandaan komen. Schrijven is voor mij niet iets therapeutisch, maar je ontkomt er niet aan dingen uit je eigen leven te gebruiken – al hoop ik niet dat ik op dat ene geniepige personage lijk… Soms valt me ineens iets in: “Oh nee, zó zit dat natuurlijk!” Dan krabbel ik in de trein nog twee zinnetjes.
“Misschien is het wel juist door mijn drukke baan dat ik me heb gerealiseerd dat schrijven er voor mij óók bij hoort. Ik moet dat nou eenmaal doen.”
Ik werk voor een onderzoekscentrum aan de Erasmus Universiteit, als coördinator van een programma rondom data in de stad. Een fulltime baan. Daarin ben ik langzaam opgeschoven naar het vertalen van de wetenschap voor het publiek; verhalen vertellen dus. Omdat ik ook een vriendin heb, familie en vrienden wil zien, boodschappen moet doen en koken, en daarnaast nog aan theatersport doe, blijft er weinig tijd over voor andere bezigheden.
Ik doe ook weleens wat grafisch ontwerp, voor een poster bijvoorbeeld, en ik schrijf soms theaterteksten maar de laatste is al van drie jaar geleden. Dat was een stuk waarvan ik ook één van de twee rollen zelf heb gespeeld. Bij mijn schrijfpartner van toen begint het weer te kriebelen, en ik sluit niet uit dat we het op termijn weer oppakken, maar als ik moet kiezen – en dat moet voorlopig – kies ik toch voor mijn eigen schrijfwerk.
Mijn ideaal zou zijn een halve baan en de andere helft van de tijd schrijven. Niet alleen omdat het moeilijk is van fictie te leven, maar ook om niet altijd in een schrijfbubbel te zitten.
Om me een beetje in de kijker te spelen, heb ik een verhaal ingestuurd voor de fictierubriek van Vers beton, waarvoor ik ook werd uitgekozen. Mijn droom is toch dat mijn roman wordt uitgegeven, met een nette kaft erom. Dat er een publiek voor is en dat 'ie goed genoeg wordt bevonden. Bij publiek denk ik trouwens ook meteen aan een podium: ik heb weleens een verhaal voorgelezen, daarbij hielp mijn toneelervaring. In mijn ogen spreekt een goede tekst niet alleen op papier.'
Estafette
Elke maand plaatsen we een nieuw portret van een amateur-cultuurmaker. Leuk stukje? Deel & inspireer! #cultuurmaaktiedereen
Dit jaar tot zover:
Kaoutar Azzahchi → Judith Razenberg → Dirk van der Starre → Luuk Schokker
Luuk gaat het volgende portret niet zelf schrijven, maar geeft wel het stokje door. Aan wie? Dat lees je binnenkort.
Volg alle verhalen op ons online magazine of via facebook