In Heerlen blazen wijkbewoners het vervallen Hofje van Sint Antonius nieuw leven in om saamhorigheid te kweken. Ze krijgen daarvoor subsidie binnen onze regeling Vind elkaar in erfgoed. Verken de Faro-werkwijze (zie kader). Hoe gaan ze te werk?
Het hofje van Sint Antonius ligt tussen het voormalige patronaat en de plek waar vroeger de kerk stond in. De organisatie die alle activiteiten rondom het herstel ervan faciliteert en medebewoners activeert, is een stichting opgezet in samenwerking met de buurtorganisatie van de wijk GMS.
GMS is een afkorting voor Grasbroek, Musschemig en Schandelen - drie buurten die tegenwoordig samen één Heerlense wijk vormen, onder de rook van de voormalige steenkolenmijn Oranje Nassau I. Na de mijnsluiting, in 1974, stortte niet alleen de economie van de mijnstreek in, ook de sociale infrastructuur verdween. Doel van stichting Höfke van Sint Antonius is de groene ontmoetings- en bezinningsplek te herstellen, te beheren, te onderhouden en opnieuw een gemeenschapsfunctie voor de wijk te geven. Net als vroeger, staan het verbinden en activeren van buurtbewoners en de duurzame (her)ontwikkeling van de wijk daarbij voorop.
Faciliteer
Activeer
Reflecteer op de betekenissen en werkwijze
Onderneem samen activiteiten.
Daar draaien de erfgoedprojecten om die subsidie krijgen via onze regeling:
Vind elkaar in erfgoed. Verken de Faro-werkwijze.
Wij ondersteunen ook dit project omdat het vanuit de wijkbewoners zelf komt en omdat zij hun wijkerfgoed inzetten om met elkaar in verbinding te komen en te blijven via gezamenlijke activiteiten.
Meer inspirerende voorbeeldprojecten vind je hier.
Van 1 februari t/m 30 april 2021 kun jij ook een subsidieaanvraag indienen.
Voor die tijd zijn er online informatiebijeenkomsten. Mis ze niet!
Wees zichtbaar
Gitte Kroes is voorzitter van de stichting. 'Ik was als vrijwilliger bestuurslid van de buurtorganisatie en woon in de wijk Musschemig, bij het hofje. Sinds een jaar of drie zet ik me voor dit project in. De fondsenwerving liep al zo'n anderhalf jaar, maar bleef steken. Ik vorm nu het bestuur samen met een andere wijkbewoner en iemand uit het kerkbestuur die ook voorzitter is van de fanfare die repeteert in een aangrenzend gebouw.'
Hoe zorgt ze ervoor dat er voldoende wijkbewoners actief meedoen? 'Zichtbaarheid helpt,' weet Gitte uit ervaring. 'We melden geregeld in wijkkrant De Grasmusch wat er gebeurt. Maar hoewel ik merk dat mensen die stukjes lezen, is dat niet genoeg. We gaan ook een banner ophangen in het hofje. Maar het werkt het beste als mensen zien dat je bezig bent en je spreekt ze aan.
"Veel mensen twijfelen of ze wel tijd hebben om te helpen. Tot ik vertel dat ik het ook naast mijn andere bezigheden doe."
Nieuwe ideeën
De stichting werkt met vrijwilligers. Het is de bedoeling dat zij straks met ideeën komen voor activiteiten. Anderen kunnen zich dan aanmelden om bijvoorbeeld een paar uur te helpen. 'Nog een tip,' zegt Gitte, 'het moet geen verplichting zijn, dan blijven mensen enthousiast. Via een appgroep horen ze wanneer er welke hulp nodig is. De één kan van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, de ander een paar uur.
Verder heb ik geleerd mensen zelf verantwoordelijkheid te geven. Mijn rol beperkt zich, behalve papierwerk en meedoen en -denken, tot mensen betrekken, de planning in de gaten houden en openstaan voor andermans ideeën. Want mensen willen ook weleens wat nieuws. En ik word er blij van als ze hier dan met een glimlach op hun gezicht staan en zich gewaardeerd voelen om wat zij voor elkaar hebben gekregen.'
Instanties betrekken
De bewoners vroegen in eerste instantie de gemeente om hulp. Ook Wonen Limburg deed mee. 'Maar bij de gemeente kregen we steeds met andere ambtenaren te maken. Dus hebben we gevraagd om één aanspreekpunt,' vertelt Gitte. Het werden er twee: een gemeentelijke landschapsarchitect voor de groenvoorziening en iemand van de afdeling Cultuur voor het cultureel erfgoed. Het directe contact werkt fijn.
'Anderhalf jaar geleden hebben wij met de vuist op tafel gevraagd: hoe gaan we het doen? Toen heeft de gemeente bepaald welk budget er beschikbaar was en wees onze vaste ambtenaar ons op mogelijkheden om daarnaast subsidie aan te vragen voor activiteiten. Zo kwamen we onder meer bij het Fonds voor Cultuurparticipatie, IBA Parkstad, Stichting Doen, Frisse Wind - een lokale tak van het VSB-fonds - en Gebrookerbos.'
Gitte ziet het als een keerpunt nu het geld binnen is. Nu moeten de laatste zaken op papier. 'We willen waarborgen dat het ook intact blijft. Daarover maak ik afspraken met de kerk, de gemeente en Wonen Limburg. Daarna kan het grondwerk beginnen.'
Aan de slag
De eerste activiteit die al gerealiseerd is, was een mozaïek in wat ooit het pissoir was, aan de straatkant van het Hofke. Alle oudere buurtbewoners hebben daar hun (geur)herinneringen aan. De verhalen van buurtbewoners vormden de inspiratie waarmee een kunstenaar uit de wijk een mozaïek ontwierp dat de mijnhistorie laat zien. De bewoners realiseerden het vervolgens zelf. 'Het was bijna klaar toen corona uitbrak,' vertelt Gitte. 'Drie bewoners hebben de laatste onderdelen thuis afgemaakt. Bij mooi weer konden mensen het gelukkig wel zelf buiten op de muur aanbrengen. En we konden een aangepaste opening houden, waar de vertrekkend burgemeester en de wethouder cultuur bij waren.
"Ik sta niet graag op de voorgrond, maar die erkenning deed goed"
Sociaal weefsel
Naast het herstel van de kapel, de statiehuisjes en het groen op het terrein, zijn er plannen om de scholen in de buurt erbij te betrekken, met lesmateriaal en activiteiten. Een handige manier om zowel het erfgoedverleden als de verbondenheid binnen en met de wijk op de volgende generatie over te brengen.
Of er nou een boekje wordt gemaakt over het hofje, of leerlingen bijvoorbeeld een stukje grond gaan beplanten of appelmoes maken van de fruitbomen die er komen - dat staat nog open. Gitte: 'Ik wil dat niet allemaal verzinnen, dat is aan de mensen die het gaan doen.'
Van het één komt het ander, ideeën mogen hun beloop hebben. Aan de hand van een zelfgemaakte 'rocket oven', die op pallets brandde, kwam bijvoorbeeld het plan met buurtkinderen te gaan koken. Maar ook het plan zo'n oventje te laten maken in een lokale werkplaats voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Bij alle activiteiten worden zowel omwonenden als lokale organisaties en initiatieven betrokken. Zo weeft de stichting het steeds dichtere netwerk dat nodig is om het project te verankeren in de wijk.
Het wijkverleden
Twee van de drie buurten waaruit de wijk GMS bestaat ontstonden begin vorige eeuw om er de mijnwerkers te huisvesten. De derde was een bestaand dorpje dat dezelfde functie kreeg. Vanuit de hele wijk waren destijds de twee beroemde schoorstenen van de mijn te zien, bijgenaamd Lange Lies en Lange Jan.
Vanwege sociale onrust in de armoedige buurten vestigden de franciscanen zich er met een kerk, klooster en niet veel later ook een patronaat - een instituut voor vorming van de rooms-katholieke jeugd. De Oranje Nassaumijnen betaalden hieraan mee. Er was ruimte voor onder meer muziek- en sportverenigingen en feesten. Tussen de kerk en het patronaat in lag de kloostertuin: het Hofke van Sint Antonius, gerealiseerd voor en door de buurtbewoners. Zij zamelden bijvoorbeeld geld in voor een kapel, die een metselaar uit de wijk vervolgens eigenhandig bouwde, samen met een groep vrijwilligers. Langs een pad door de kloostertuin vertelden terracotta reliëfs in dertien genummerde statiehuisjes, ook door vrijwilligers gemaakt, het leven van de Sint Antonius. Het Hofke werd een bedevaartsoord.
Na de mijnsluiting, in 1974, werd vrijwel alles afgebroken, omgevormd of verwaarloosd. Alleen het Patronaat ontsnapte ternauwernood aan de sloop en werd een cultuurcentrum.