Vroeger toen ik op school zat, leerde ik over het economische model van ons slavernijverleden: over de WIC en de VOC, het handelen via West- en Oost-Indië. Helaas is dat nu nog op veel scholen vrijwel onveranderd. Ook mijn kinderen missen in hun onderwijs de verhalen van en over de mensen die als handelswaar de wereld over werden vervoerd. Die verhalen moeten we veelal nog op eigen initiatief achterhalen.
De podcastserie De plantage van onze voorouders, bracht voor mij de verandering. De serie greep mijn aandacht, daar werd een zaadje gepland. Mijn interesse naar de verhalen over het leed dat ons slavernijverleden heeft veroorzaakt groeide en groeit nog steeds. Ik lees en luister, bezoek tentoonstellingen zoals Kòrsou Curacao in het Nationaal Archief, volg het publieke debat op de voet en vond het een eer om afgelopen jaar bij de herdenking in het Oosterpark te mogen zijn. Inmiddels kijk ik écht anders naar dit verleden.
De verhalen over het leed en de ongelijkheid door slavernij veroorzaakt, completeren ons gezamenlijke verleden. Door naar die verhalen te luisteren, ze te lezen en er met elkaar over van gedachten te wisselen, zien steeds meer mensen welk menselijk leed er plaats vond en welke doorwerking dat heeft. De excuses, zoals premier Rutte die namens de Nederlandse staat maakte, laten zien dat deze bewogen periode een hernieuwde en vaste plek hoort te hebben in onze geschiedenisboeken.
Rutte vertelde, in zijn toespraak op 19 december 2022, dat ook hij anders is gaan kijken naar de geschiedenis. In zijn toespraak, noemde hij de groeiende aandacht voor dit verleden. “Er vindt een maatschappelijk bewustwording plaats. (…) Lange tijd dacht ik dat het slavernijverleden geschiedenis is die achter ons ligt. Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. (…) Het is belangrijk om het gesprek zo breed mogelijk te blijven voeren, met iedereen die zich betrokken voelt. We delen tenslotte dezelfde toekomst.”
Inmiddels kijk ik écht anders naar dit verleden.
Het delen van meer verhalen en meer kennis over ons slavernijverleden draagt bij aan meer bewustwording en onderling begrip. In het Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat loopt van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024, zullen er vele tentoonstellingen, festivals en andere projecten worden opgezet. Dit zijn allemaal momenten en kansen om de verhalen te horen. Kansen om je te verdiepen en een eigen mening te vormen en wellicht ook een andere kijk op het slavernijverleden te ontwikkelen. Daarom ontwikkelden wij bij het Fonds voor Cultuurparticipatie, met een bijzondere motivatie, de subsidieregeling Herdenkingsjaar Slavernijverleden die 16 januari 2023 opent. Veel dank hierbij zijn wij verschuldigd aan de speciaal voor deze gelegenheid geformeerde groep van critical friends die ons nauwgezet volgde en inspireerde in de totstandkoming van de regeling.
Bij het Fonds voor Cultuurparticipatie geloven we in de kracht van cultuur. Cultuur is als zuurstof. Een samenleving kan niet zonder. Cultuur vormt ons, raakt ons en verwondert ons. Cultuur stelt ons in staat onszelf te ontplooien en mee te doen. We kunnen de wereld om ons heen beter begrijpen door verbeelding. Met deze cultuurvisie als leidraad kiezen we ervoor om de subsidieregeling Herdenkingsjaar Slavernijverleden uit te voeren.
In de regeling ligt de focus op participatieve activiteiten. Activiteiten waaraan iedereen kan deelnemen. De subsidie is bedoeld voor initiatieven waarin onderdelen van de geschiedenis en slavernij naar voren komen, educatiemateriaal wordt gecreëerd, helingsprocessen worden gestimuleerd of samenwerking tussen instellingen, ook internationaal, wordt opgezet. Op deze manier hoop ik dat we recht doen én bijdragen aan de bekendheid van een donker deel van onze gezamenlijke geschiedenis. Een bewogen periode die een vaste plek hoort te hebben in onze geschiedenisboeken.
Ik hoop dat er via onze subsidieregeling veel mooie projecten worden gerealiseerd waardoor we met eigen oren en ogen luisteren, lezen en zien welk menselijk leed er meer dan 150 jaar geleden plaats vond. Want het is via de verhalen over de mensen die slavernij hebben meegemaakt, dat wij, onze kinderen, en nog vele generaties na hen, leren van en over het verleden. Ook op school.