Met Prinsjesdag heeft minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekendgemaakt dat hij het van belang vindt dat de groeimogelijkheden naar en binnen de professionele klassieke muzieksector standhouden. Aanleiding was dat de aanvragen van een zestal organisaties dat zich bezighoudt met talentontwikkeling in de klassieke muziek niet kon worden gehonoreerd binnen de meerjarenregeling Talentontwikkeling van het Fonds voor Cultuurparticipatie, hoewel zij wel een positieve beoordeling hadden. Dat is een onwenselijke uitkomst van een zorgvuldig uitgevoerd proces. Hiermee dreigde een groot knelpunt te ontstaan in de talentontwikkelingsketen voor klassieke muziek. Daarom heeft de minister aangekondigd een meerjarige specifieke voorziening te laten ontwikkelen. Daarvoor is in de periode 2025-2028 1,9 miljoen euro per jaar beschikbaar voor de organisaties die een belangrijke functie vervullen in de toeleiding naar het kunstvakonderwijs en het professionele werkveld op het gebied van klassieke muziek.
De minister heeft, in goed overleg met het ons en het Fonds Podiumkunsten, besloten dat deze meerjarige voorziening zal worden uitgevoerd door het Fonds Podiumkunsten. Vanuit het ministerie is besloten om de gelden te verdelen door middel van een zogeheten kaderbesluit. Via dit instrument is het mogelijk om subsidie versneld aan organisaties toe te kennen. Dit is een werkwijze waar het Fonds Podiumkunsten al ervaring mee heeft. Daarmee is het fonds in staat om sneller te beschikken, waarmee het geld sneller bij de organisaties is.
Op verzoek van de minister zal het Fonds Podiumkunsten op zo kort mogelijke termijn uitvoering geven aan dit besluit en de betreffende organisaties informeren.